Vanaf de eerste vluchten tot vandaag
In 2016 werd de aerodroom van Buzet gekocht door Lotfi Hedhili. Omdat hij zijn passie voor ULM graag wilde delen, besloot hij het land te kopen en grote renovatie- en verfraaiingswerkzaamheden uit te voeren. Onder zijn aanwinsten bevindt zich een van zijn favoriete vliegtuigen: de Fouga Magister. Hij wijdt er een speciaal ontworpen ruimte aan, zodat iedereen het kan komen bewonderen, zowel vanaf de grond als tijdens de vlucht.
2016
1999
In 1999 ontwikkelde Jacky Tonet van het bedrijf Dynali, de allereerste Belgische eenzits ULM-helikopter. De eerste tests, die met succes werden bekroond, vonden plaats op de piste van Buzet.
Tegelijkertijd wordt op de Buzet-site het Cosmos-model “Samba” gepresenteerd, een ultralichte trolley van slechts 45 kg. Uitgerust met de La Mouette Top Less deltavleugel, zonder mast, valt hij op door zijn uitzonderlijke lichtheid, zijn opmerkelijke prestaties en zijn ongeëvenaarde manoeuvreerbaarheid.
In 1997 was Yves Borreman de enige Belg die zowel aan deltavliegen als aan paragliden deelnam. Hij onderscheidde zich vooral door 3e te worden in het Belgisch kampioenschap paragliding, op een totaal van 60 deelnemers.
In 1996 vestigde Didier Doutrepont een nieuw Belgisch paragliding-afstandsrecord, waarbij hij 105 km aflegde met een APCO Xtra-vleugel, en daarmee het vorige record verbrak.
1996-1997
1994
In 1994 introduceerde Confluence de Rans Coyote op de markt, een licht vliegtuig dat het traditionele ontwerp van de ULM fundamenteel opnieuw definieerde. Dit revolutionaire toestel maakt het mogelijk om in slechts een paar uur en non-stop Zuid-Frankrijk te bereiken door over de Mont Blanc te vliegen.
Daarnaast zijn er twee nieuwe hangars verrezen en is de Buzetbaan inmiddels verlengd tot 220 meter.
Ten slotte vallen de Buzet-piloten, waaronder José Vandeveken, op door hun actieve deelname aan de Belgische ULM-kampioenschappen en de Wereldkampioenschappen, waar ze meer dan eervolle resultaten behaalden.
In 1989 werden de eerste langdurige paraglidingvluchten uitgevoerd op de site van Sept Maas. Pierre Saint-Germain en Yves Borreman voltooiden vluchten van 3 uur, gevolgd door Philippe Hubert, Walter Gielen en André Evrard die bijna 6 uur in de lucht bereikten.
Het was ook tijdens dit jaar dat Luc Borreman een ongekende prestatie leverde: een hoogtewinst van 350 meter ten opzichte van het startpunt van de Sept Maas.
Philippe Hubert schrijft ook geschiedenis door vanaf deze plek de eerste langeafstandsvlucht van 28 kilometer te maken.
In de jaren negentig werd de paramotor geboren, terwijl ULM's snelheden bereikten van bijna 200 km/u en paragliders prestaties leiten optekenen met een glijverhouding van 8.
Het bedrijf Confluence verwierf toen zijn eerste paramotor en begon de eerste piloten op te leiden in deze nieuwe discipline.
1989
1987
In 1987 stierf Lucien Patriarche, weldoener van ULM, en de boerderij en het land in Buzet werden te koop gezet.
Pierre Saint-Germain, Luc Borreman en Dimitri Caloussis gingen vervolgens het avontuur aan en besloten alles te kopen en richtten zo het bedrijf Confluence op.
Destijds was de landingsbaan 120 meter lang en in een enkele hangar met een schuine vloer stond een kleine vloot toestellen.
Ze leren ULM-vliegen aan boord van Chickinox en slingervluchten op Cosmos-vliegtuigen.
In 1986 verscheen paragliding, een nieuwe vrije vliegdiscipline, in Frankrijk.
Dominique Didot en zijn vader, ervaren parachutisten, ontdekten de "hellingparachute" tijdens een verblijf in Mieussy. Terug in België voerden ze de eerste grote paraglidingvluchten uit op Belgische locaties.
Yves Borreman stelt de integratie van paragliders binnen de deltafederatie voor.
Tegelijkertijd begonnen Pierre Saint-Germain, Yves en Luc Borreman en Dimitri Caloussis aan het avontuur en trainden ze in Frankrijk bij Pierre Bouilloux van Sup'Air. Kort daarna richtten ze, voortbouwend op hun ervaring als delta- en ULM-instructeurs, de eerste paraglidingschool in België op.
1986
1984
In 1984 werd de non-profitorganisatie "Aéroclub du Patriarche" opgericht, onder leiding van met name Lucien Patriarche, Marc d'Ursel, Norbert Miseur, Baudouin della Faille en Pierre-Bernard Velge.
Als onderdeel van hun vzw Vole Pétrole verzorgen Pierre Saint-Germain, Luc Borreman en Dimitri Caloussis vlieglessen als freelance instructeurs op de Buzet-piste.
Jacky Tonet (Dynali) brengt zijn "Chickinox Kot Kot" ULM (Chicken - Inox - side by side) in productie, een model dat hij in 1982 heeft uitgevonden. Deze Belgische "tubes & toile", eerst verkrijgbaar in een versie met twee assen en daarna in een versie met drie assen, zullen de komende tien jaar in meer dan 1000 exemplaren worden geproduceerd en over de hele wereld worden verkocht. Confluence zal vervolgens enkele honderden studenten trainen op de Chickinox en duizenden vlieguren verzamelen.
In 1982 verschenen de eerste meerassige ULM's in België.
Dit was ook het jaar waarin Belgische piloten voor het eerst het Kanaal overstaken in een ULM, een avontuur dat doet terugdenken aan de legendarische prestatie van Blériot.
In 1983 vond de eerste rondreis door België in een ULM plaats.
1982-1983
1981
In 1981 wendden enkele deltavliegers zich tot ULM, wat al snel leidde tot de oprichting van de ULM-federatie, met name opgericht door Dimitri Caloussis in 1984.
Bij het deltavliegen vestigt Pierre Saint-Germain een record voor een vluchtduur van 6u30, terwijl Thomas De Clerck dit record verbetert door 7u30 te bereiken op een 30 meter hoge duin in Bredene.
Afstandsrecords volgen: vanaf de Sept Maas voeren Luc Borreman en Pierre Saint-Germain vluchten uit van ruim 56 km, daarna zien ook andere locaties opmerkelijke prestaties, zowel in een haspellier als gesleept achter een DPM.
Olivier Strebelle wordt de eerste Belg die de Alpen oversteekt en Zwitserland met Italië verbindt over een afstand van 70 km.
Marc d'Ursel keurde de eerste officiële start- en landingsbaan voor ULM's in België goed op het hockeyveld van de boerderij van Lucien Patriarche, dat later het Buzet ULM-terrein werd. De ULM's vertrekken na de wedstrijden of tijdens de rust.
In 1980 bundelden Pierre Saint-Germain, Luc Borreman en Dimitri Caloussis hun krachten om de ULM-pilotenschool “Vole Pétrole” op te richten. Ze beginnen hun onderwijs op landwegen. Dit is de eerste ULM-school in België die een side-by-side slinger aanbiedt, uitgerust met een Hirth-motor.
1980
1979
In 1979 nam een volledig Belgisch team deel aan de Wereldkampioenschappen in Saint-Hilaire-du-Touvet, in de Franse Alpen.
Datzelfde jaar verschenen de eerste gemotoriseerde delta’s in België, dankzij Thomas De Clerck, Pierrot Mezzapesa en Patrick Dupont.
De eerste Belgische DPM “trolley” wordt aangekocht door Bernard Gosselet en Maurice Lebrun.
De eerste ULM’s vonden hun thuis aan een weg op een industrieterrein in Waver.
In 1978 richtte Luc Borreman de deltaschool "Camill's School" op. Dimitri Caloussis en Luc Borreman nemen hun studenten mee voor hun eerste grote vluchten in de Alpen.
In België organiseert Olivier Strebelle de eerste crosscountrywedstrijden vanuit Les Sept Meuses.
1978
1977
In 1977 concentreerde de Delta-activiteit zich vooral in Overijse en op de terrils van Marcinelle, Trazegnies, Strépy-Bracquegnies en Sept Maas. Er worden veel wedstrijden gehouden op terrils en oefenhellingen, met name in Strépy, La Ferme Libert en Theux.
De eerste langetermijnvluchten naar de Sept-Maas werden uitgevoerd door Thomas De Clerck, Thierry Van Laere, Eric en Dominique Pelletier, Dimitri Caloussis en Yves Borreman.
Deze periode markeert ook de ontdekking van de sites van Bérisménil-Maboge, Rochehaut en Rochefort.
De eerste gesleepte vluchten maakten het mogelijk om zelfs in een tweezitter afstanden van 600 meter te bereiken.
In 1976 werd de "Fédération Belge de Vol Libre" opgericht door Dimitri Caloussis, Louis Dombard, Patrick Lenders, Philippe Peetrons, Philippe Michel, Roland du Roy de Blicqui, José Vandervoorde, Marc Segers, evenals Michel en Jean-André Zembsch-Schreve.
Het eerste Wereldkampioenschap werd gehouden in Kössen, waar Thérence Delore (Frankrijk) de eerste plaats behaalde. Gérard Thévenot (Frankrijk, maker van de Delta La Mouette Wings) eindigde als vierde, terwijl Dimitri Caloussis (België) 20e werd en Michel Féry (België) 51e op een totaal van 61 deelnemers.
De eerste vluchten naar de “Sept Meuses” in Rivière werden waarschijnlijk uitgevoerd door Éric en Dominique Pelletier.
De eerste zweefvluchten werden ongetwijfeld uitgvoerd door Thomas en Benoît De Clerck in Puy de Dôme.
Yves en Luc Borreman kochten hun eerste Véliplane-vleugel van het type "Rogallo" en maakten hun eerste vluchten op een oefenhelling in Overijse, maar ook op de terrils. Ze maakten ook hun eerste grote vluchten in de Alpen, met name bij Lachens en Puy de Dôme.
1976
1975
In 1975 voerden Dimitri Caloussis, Louis Dombard en Philippe Michel de eerste grote vluchten uit in Moustier (Frankrijk) en Meteora (Griekenland).
Dimitri Caloussis nam vervolgens de "Brussels Delta School" over, die opleidingen aanbood op de oefenpiste van Overijse en stages van lange vluchten in Frankrijk.
In 1974 richtte Louis Dombard de "Brussels Delta School" op in Overijse en begeleidde hij de bouw van een deltavleugel.
Gedurende deze tijd maakte Pierre Saint-Germain zijn eerste vluchten in Saint-Lary, in de Pyreneeën, in het gezelschap van Darlet, de uitvinder van "de kooi" en de "pif-paf".
1974
1973
In 1973 werden de eerste vluchten in België gemaakt met een deltavlieger gebouwd volgens Amerikaanse plannen. Deze vluchten vonden plaats in de steengroeven van Eigenbrakel en in Lasne, dankzij het werk van Dimitri Caloussis, Patrick Lenders, Jean de Marneffe en Marc-Henri Delaet.